Eiwitrepen. Energierepen. Fitnessrepen. Herstelrepen.
Namen als deze zijn de hoofdpunten geworden van de bloeiende categorie van functionele snackrepen. Maar hoewel merken hun best hebben gedaan om de gezondheidsvoordelen die een reep kan bieden in de context van fitness en work-outs te vergroten, zijn er aanwijzingen dat consumenten bredere overwegingen hebben bij het kiezen van hun favoriete snack.
Volgens een recent categorie-onderzoek van Innova is het het eiwitgehalte (27%) dat de belangrijkste invloed heeft op de keuze van reep van de consument. Dat hangt zeker samen met de opkomst van eiwitrepen als een belangrijke subcategorie op zich.
Maar verrassender is het feit dat eiwit bovenaan eindigde met slechts één procentpunt meer. Op de tweede plaats met 26% kwam een laag of verlaagd suiker- en vezelgehalte.
Vezel- en voedingsrepen hebben natuurlijk een lange geschiedenis. De ruimere categorie van mueslirepen bevat per definitie een relatief hoog vezelgehalte. Maar in tegenstelling tot bij eiwit is er geen haast gemaakt om zulke producten te brandmerken als 'vezelrepen' of om het voedingsvezelgehalte met additieven te verhogen en er een USP van te maken.
De bevindingen van Innova suggereren dat dergelijke stappen populair zouden zijn bij consumenten.
Het feit dat de consument bij de keuze van functionele repen het vezelgehalte bijna net zo belangrijk vindt als het eiwitgehalte, is een indicatie van de mate waarin het publiek zich bewust is geworden van voedingsvezels. Naarmate de wetenschap over de rol van vezels bij de regulering van de darmgezondheid en de bredere impact van de darm op de algemene gezondheid steeds beter worden begrepen, is de belangstelling van de consument voor vezels als voedingsmaatstaf snel toegenomen.
Nog geen tien jaar geleden werd voedingsvezel grotendeels gezien als een eigenschap van zogenaamde 'volwaardige voeding'. Genoeg vezels in je dieet krijgen om je darmen gezond te houden was een kwestie van het eten van de juiste dingen: volgranen producten, noten, zaden, groenten. Het concept van additieven die gekozen worden om het vezelgehalte in levensmiddelen in het algemeen te verhogen, was hooguit een nichemarkt.
Dat is allemaal veranderd met de explosie van prebiotica. Prebiotica zijn gewoonweg vezelvormen die de ‘goede’ bacteriën in je darmen ten goede komen en dus een goede gezondheid van de darmen bevorderen. Prebiotica kunnen worden gebruikt als additieven om het vezelgehalte van een breed scala aan voedingsmiddelen en dranken te verhogen. Prebiotica zijn dan ook een van de populairste trends op het gebied van functionele voedingsmiddelen, met een marktprognose van een groei met dubbele cijfers tot 2030.
Een voorbeeld van een prebiotisch functioneel additief is GOFOS, een plantaardige vezel met een smaak en voedingsprofiel die het ideaal maken voor de markt voor functionele repen en snacks.
GOFOS is een soort fructan bekend als een korte keten fructo-oligosaccharide (sc-FOS) - een complexe koolhydraat die van nature aanwezig is in planten zoals suikerbieten, uien, asperges, tarwe, tomaten en zeewier. Zoals alle prebiotische vezels kunnen oligosachariden niet worden verteerd door de menselijke darm, maar worden ze in plaats daarvan gefermenteerd door darmmicrobiota.
Dit betekent dat GOFOS nul calorieën toevoegt aan elk product waarin het is opgenomen. Maar het heeft ook het dubbele voordeel dat het licht zoet is. Als ketens van fructosemoleculen zijn sc-FOS-moleculen ongeveer 30% zo zoet als gewone suiker. GOFOS kan daarom worden toegevoegd aan repen en andere bakwaren om het gehalte aan prebiotische vezels te verhogen en bij te dragen aan het gewenste smaakprofiel, zonder dat er calorieën aan worden toegevoegd.
Norkem heeft GOFOS op voorraad in poeder- en vloeibare vorm, in zakken van 25 kg voor poederkwaliteit, en in vaten, IBC's of tankwagens voor vloeibare kwaliteit. Als je meer wilt weten en de details van bevoorrading wilt bespreken, kun je een productvraag indienen of contact opnemen met ons verkoopteam voor voedingsmiddelen en dranken.